Biologisch Vlees

Biologisch vlees

 

Er wordt al sinds heel lang geleden vee gehouden door mensen, voor de producten die de dieren kunnen leveren. Na de tweede wereldoorlog moest de Nederlandse economie weer opgebouwd worden. Door de Europese Unie en ook dankzij het gemeenschappelijk landbouwbeleid kwam de intensieve veehouderij in opkomst.
Rond eind jaren ’70 en begin jaren ’80 kreeg het volk een andere mening over de intensieve veeteelt, ze werden zich meer bewust van de nadelen van de intensieve veeteelt. Het was slecht voor het milieu en het dier. Het biologische vlees kwam in opkomst. - Raven


Biologisch vlees is vlees van dieren die op natuurlijke wijze gevoerd en gehouden worden. In Nederland eten we gemiddeld 85 kilogram vlees per jaar, dat is de zevende plaats op de wereldranglijst. Ongeveer de helft van het vlees is varkensvlees, een kwart is kip en de rest is rund- en overig vlees.

Biologisch vlees is gezonder. Dieren op een biologische boerderij krijgen alleen het voer dat ze van nature ook zouden krijgen. Er worden geen chemische toevoegingen en antibiotica meer toegediend en dieren die normaal geen vlees eten krijgen ook geen gemalen vlees gevoerd. Wanneer deze dieren gezond eten, is ons eten ook gezonder.

De dieren op een biologische boerderij hebben voldoende ruimte om te grazen, te lopen te rusten, daardoor zullen ze minder snel ziektes aan elkaar overdragen. Ook staan de dieren minder vaak onder stress. Net als bij mensen is stress niet gezond voor het dier. Dit laatste is met name van belang bij melkkoeien, waar stress- en groeihormonen makkelijk in de melk terecht kunnen komen. Daarnaast is het vlees van dieren die lekker kunnen bewegen sappiger, beter doorbloed en steviger, en dus ook veel lekkerder. - Raven