Biologische Akkerbouw Versie 1

Versie 1

Werken op de Biologische Akkerbouw

Biologisch eten houd rekening mee met natuur, milieu, mens en dier. Het is dus beter voor iedereen om biologisch te gaan eten. Werken op de biologisch akkerbouw is anders dan op de normale akkerbouw. De gewassen die je teelt moet aan vele eisen voldoen, het is niet gemakkelijk om je gewassen ‘ biologisch’ te noemen. - Noa

 

Biologisch betekend een manier van het voedsel verbouwen op een vriendelijke, natuurlijke manier. Er zijn hiervoor strenge regels om biologisch eten te kunnen verbouwen. Biologische boeren willen met deze manier van verbouwen een betere zorg geven aan milieu, natuur en welzijn.  Biologische boeren mogen bijvoorbeeld geen chemische of synthetische bestrijdingsmiddelen gebruiken op hun akkers. Biologische boeren gebruiken als wat van hun land afkomt, zo ontstaat er een biologische kringloop.

Verbouwen van Biologisch voedsel

Op de akkers van de boeren planten ze hun fruit, groente, aardappels en graan. Gewassen mogen niet verbouwt worden op water of op kunstmatige ondergronden zoals steenwol. Gewassen mogen uitsluitend alleen op grond gekweekt worden. Wanneer gewassen meer voedingsstoffen nodig hebben gebruiken ze mest van hun eigen dieren. De mest verspreiden ze over hun land en kan voedsel groeien voor de mens en dier. Doordat boeren de mest van hun eigen dieren gebruiken voor hun land word er een natuurlijke kringloop gecreëerd.

Wanneer er op hun land schimmels ontstaan of schadelijke insecten komen gebruiken de boeren natuurlijke vijanden, zoals vogels of andere niet-schadelijke insecten. Door het gebruik van deze methode gebruiken ze vrijwel geen chemische of synthetische middelen, wat een voordeel is voor de kwaliteit van het product. Het bestrijden van onkruid word met de hand of machine gewied. Biologische boeren willen er vooral voor zorgen dat ziektes voorkomen worden.

Het biologisch verwerken

Wanneer een gewas rijp en verzamelt is word het voedsel verwerkt. De verwerkers gebruiken geen chemische kleur, geur en smaakstoffen. Dit zorgt ervoor dat het product zo biologisch mogelijk blijft. Daarnaast mag er zo min mogelijk proceshulpstoffen worden toegevoegd. Dit zijn stoffen die niet in het product zelf zitten, maar wordt gebruikt bij de productie. Bijvoorbeeld om meer structuur te krijgen in het product. Alleen hulpstoffen zijn toegestaan die onmisbaar zijn. Biologische producten mogen niet worden doorstraald om het langer te kunnen bewaren.

 - Noa